Blog

Vijf top plekken in frankrijk volgens marjolein vrijenhoek

Marjolein Vrijenhoek, auteur van Alles is relatief

‘Bij het lezen van dit boek waande ik me op die Franse camping’ is een zin die ik heel vaak heb gelezen in reviews over Alles is relatief. Een mooi compliment, want ik heb mijn liefde voor Frankrijk echt in mijn roman willen overbrengen. Die liefde gaat trouwens verder dan campings in de Dordogne. En daarom hierbij de vijf plekken in Frankrijk die je – naar mijn bescheiden mening – niet mag missen.

Lille

‘Huh?’ hoor ik je denken, ‘Stuurt ze me nou naar die grauwe industriestad?’ Ja dus! En… nee dus! Want ja, ik heb het over die stad waar je op hoge snelheid voorbij rijdt, op weg naar Parijs of nog zuidelijker. Net over de grens met België, in een weinig inspirerend landschap. Maar Lille is dus alles behalve een grauwe industriestad! Ik kwam er terecht door een uitwisseling tijdens mijn studie – met precies die vooroordelen: grauw, grijs, saai. Groot was dan ook mijn verrassing toen ik de stad ontdekte. Lille is een prachtige historische stad met een heel oud stadscentrum met kinderkopjes, talloze antiekzaakjes en boetiekjes (‘Le Vieux Lille’), maar ook met grootse pleinen en majestueuze gebouwen zoals we die kennen van Vlaamse steden als Antwerpen en Gent. Je kunt er geweldig shoppen (in het centrum, maar ook in Euralille, een enorm winkelcentrum naast het station) en natuurlijk heerlijk eten en drinken. Hou je van bier? Drink dan een Chti of Jenlain, dat zijn de regionale bieren.

De Côte d’Opale

Hoorde ik daar weer een ‘huh’? Als in ‘Huh, ik ken de Côte d’Azur, maar waar ligt de Côte d’Opale?’ Nou, die twee kunnen voor Franse begrippen niet verder uit elkaar liggen. De Côte d’Opale ligt namelijk helemaal in het noorden van Frankrijk, net onder Calais. Niet de eerste plek waar je heen rijdt als je in Frankrijk vakantie gaat vieren, ik snap het. Maar juist daarom staat hij op mijn lijstje. De Noordzeekust zal je namelijk behoorlijk kunnen verrassen vanwege de prachtige kustlijn en – met een beetje geluk, bij helder weer – zicht op de witte kliffen van Dover, aan de andere kant van het Kanaal! Naast een prachtige natuur vind je er ook de stad Boulogne sur Mer, met een hooggelegen middeleeuws ommuurde stad en de grootste vissershaven van Frankrijk.

Lac d’Aiguebelette

Aan de voet van de Alpen, niet ver van Lyon, liggen ‘les trois lacs’ of wel de drie meren: het meer van Annecy, Lac Bourget (bij Aix-les-Bains, bekend om de thermale bronnen) en het meer van Aiguebelette. Het meer van Annecy en vooral Annecy zelf zijn een bezoek meer dan waard, maar wel supertoeristisch en dus druk. (Tip: ga in de ochtend, dan ben je de grootste drukte voor.) Het meer van Aiguebelette is een soort klein zusje van het meer van Annecy. Er liggen leuke plaatsjes omheen, maar geen stad. Het ligt prachtig tussen de bergen te spiegelen en heeft talloze leuke strandjes. Ook watersporters kunnen hun hart er ophalen; je kunt er waterfietsen, suppen, kanoën… Ergens aan dat meer staat een huis, praktisch IN het water. Daar wil ik wonen als ik later groot ben. En dan maar schrijven, schrijven, schrijven…

NICE

Ik hou van de combi stad-en-strand. Die vind je misschien meer in Spanje dan in Frankrijk, maar gelukkig is daar Nice. Een gezellige stad aan de Côte d’Azur met een lange boulevard (Promenade des Anglais) en een mooie haven, maar net als je denkt: toch allemaal net iets de mondain en duur voor mij, is daar pal achter de boulevard de oude stad. Daar vind je kleine straatjes, leuke pleintjes, gezellige barretjes en fijne restaurantjes. In Nice hangt een heel andere sfeer dan bijvoorbeeld in Cannes, waar je vooral Cartier- / Louis Vuitton- /Jimmy Choo-winkels vindt (niet helemaal passend in mijn vakantiebudget). Nice is gewoon ‘normaal gebleven’, heeft weinig kapsones voor een grote stad aan de Côte d’Azur. Je kunt er ook een leuk fietstoer doen trouwens. Zwoegend de berg op, maar het uitzicht is het meer dan waard.

PARIJS

Ja, jullie dachten toch niet dat ik mijn lijstje afsloot zonder de mooiste stad te noemen? Ah, Paris… Zo divers als Frankrijk als land is, zo divers is Parijs als stad. Er zijn brede boulevards met statige huizen. Paleizen, pleinen, te dure winkels. Maar er zijn ook kneuterige straatjes (bijvoorbeeld in Montmartre en in de Marais), groene parken (Butte Chaumont, Jardin du Luxembourg) en zelfs bossen (Boulogne, Vincennes). Er zijn de toeristische trekpleisters en de écht Franse woonwijken. Musea voor echt elke smaak. Ik hou met name van de omgeving van de Sacré Coeur, in het noorden. De stad ligt daar aan je voeten. Parijs ontdek je trouwens het beste op de fiets. Download de app ‘Velib’ en je hebt talloze fietsen binnen handbereik. De bus vind ik ook een fijn vervoersmiddel, omdat je tijdens het reizen steeds getrakteerd wordt op vleugjes Parijs. De metro is praktisch en snel, maar Parijs ‘gebeurt’ natuurlijk gewoon bovengronds. Mijn beste lowbudget tip? Koop een ‘sandwich’ (belegd stokbrood) bij een bakker en ga picknicken op het gras bij Trocadero, bij de vijver voor de Eiffeltoren. Daar zit je tussen de locals én heb je pas echt een (betaalbare) lunch with a view!

Ik had met gemak een lijst van tien of meer Franse pareltjes kunnen maken, maar ik houd het voor nu hierbij. Welke prachtige plekken in Frankrijk hadden volgens jou op dit lijstje gemoeten? Deel ze vooral met me, ik ontdek graag weer nieuwe stukjes van mijn favoriete land.

Groetjes!
Marjolein